Elk weekend staat hij wel ergens op het rooster om bij te springen. Wanneer hij er is, dan is hij er ook echt. Tenminste, zo voelt dat voor mij. Daar kan hij niks aan doen, maar zijn enthousiaste gedrag in combinatie met z’n harde stem gaan altijd dwars door me heen. Waar ik me hier normaal redelijk voor kan afschermen, lukt me dat bij hem maar moeilijk.
Teveel prikkels
Zo ook deze keer. Gedurende de dag vraag ik hem een aantal keer een beetje in te dammen. Merk dat ook anderen soms last hebben van zijn aanwezigheid. Zijn harde stem en zijn enthousiasme, maken dat zijn energie de ruimte vult.
Zelf merk ik, dat ik me daardoor overspoeld voel. De vele prikkels maken dat ik eerder geïrriteerd ben, niet zo veel kan hebben. Dat gaat ten koste van mijn reactie naar andere collega’s en naar gasten. Dat wil ik niet, maar het gebeurt wel. Toch zullen hij en ik samen moeten werken.
Tijdens het personeelsdiner wordt het me teveel. Ik zoek even oogcontact en maak subtiel met mijn hand het gebaar of het wat minder mag. Niemand die het doorheeft, toch komt de boodschap over. Maar het is al teveel voor vandaag. Mijn emmer zit letterlijk vol. Ik eet mijn bordje leeg en sta op. Hij kijkt me aan, maar we zeggen beiden niks. Ik loop even naar buiten om bij mezelf te kunnen komen. Ik heb tenslotte nog een kwartier pauze.
Zijn opmerking snijdt door me heen
De avond wordt gevuld met een erg druk diner. Ik zorg ervoor dat ik niet meer dan noodzakelijk met hem in contact ben, het gaat goed op deze manier. Totdat hij naar huis wordt gestuurd, zijn dag zit erop. In de gang naar de personeelsruimte kom ik hem tegen. “Bedankt weer kerel”, zeg ik hem. Ik voel zijn aarzeling, maar gooit het gewoon op tafel: “Jij mag mij niet hè?”
Au! Zijn opmerking snijdt door me heen. Toch vind ik de gang geen goede plek voor een gesprek en neem hem even mee naar kantoor. Ik biedt hem een stoel aan en plof en beetje verbouwereerd in mijn bureaustoel. Pas nu laat ik zijn woorden echt binnen komen en mijn ogen vullen zich met tranen. “Ik denk dat je ernaast zit, je ziet hoe je me raakt met je opmerking. Dit doet pijn vriend, heel veel pijn…”
Het is hoe mijn systeem werkt
Hij ziet aan mijn reactie dat ik het meen. Dus ik begin te vertellen: “Net als voor al jouw collega’s wil ik ook voor jou het beste. Dat is mijn taak om te zorgen dat iedereen hier met plezier kan en mag werken. Dus dat wil ik ook voor jou. Dat ik wegloop bij het eten, zegt niks over jou maar alles over mij.” Ik haal met deze woorden meteen weg, dat hij denkt iets verkeerds te doen.
Hij kijkt me vragend aan. “Ik ga mijn best doen om het je uit te leggen, alhoewel ik dat wel moeilijk vindt”. Ik vertel hem dat ik hooggevoelig ben. Ik vertel hem dat alle prikkels daardoor bij mij velen malen erger binnen komen dan bij anderen. Dat hij daar niks aan kan doen, maar dat het is, hoe mijn ‘systeem’ werkt. Tot zover begrijpt hij me.
“Wanneer jij dan in jouw enthousiasme en met je aanwezige donkere stem binnen bent, dat gebeurt er wat bij mij. Niet dat ik dat afkeur, maar het is alsof er een bulldozer aan energie over me heen komt. Nogmaals, daar kan jij niks aan doen, dat is hoe ik het ervaar. Met het eten vanavond liep mijn emmer met prikkels over, ik moest even voor mezelf kiezen. Sorry, wanneer ik je daarmee het gevoel heb gegeven dat ik je niet mag. Maar het was gewoon even teveel…”
Gevoel van eenzaamheid
Dan begint hij te vertellen. Over hoe hij op school altijd als druktemaker is geschetst, terwijl ook hij hier niks aan kan doen. Op jonge leeftijd is hij gediagnosticeerd met ADHD. Hij weet dus best wel dat hij ‘druk’ en aanwezig kan zijn. Maar ook vertrouwt hij me toe, dat prikkels ook hem teveel kunnen worden. “Alleen word ik daar zelf druk van, waar jij je dus afsluit”, is zijn conclusie..
Ook hij ervaart niet altijd het begrip of de acceptatie van wie hij is. Hij vindt het moeilijk om tot rust gemaand te worden. “Soms heb ik het gevoel me altijd aan te moeten passen”, vertelt hij me. “Dat maakt me soms heel eenzaam”.
Ik voel precies wat hij bedoelt, herken mijn eigen pijn en verdriet, waar ook hij mee zit. “Voor mij is dat dus hetzelfde vriend, alleen zit het op een heel ander vlak. Dus eigenlijk ben ik blij dat we nu bij elkaar zitten en dat we elkaar beter begrijpen”.
Verbinding brengt ons bij elkaar
Het bijzondere is dat er een verbinding tussen ons ontstaat nu. Ik vertel nu maar wat ik voor hem voel. “Ik mag je echt vriend, zie echt wel het goede in jou. Achter die hele bult energie, schuilt een mooi mens. Anders had je toch allang een keer een heel ander gesprek gehad, je kent met toch inmiddels?”, zeg ik hem met een glimlach.
Hij geeft toe dat eigenlijk wel te weten en vertelt me dat hij blij is met mijn uitleg. Hij begrijpt beter wat het voor mij betekent, belooft me hier rekening mee te houden, als hij volgende week weer aan het werk gaat.
Ik vertel hem dat er nog een aantal rondlopen met hetzelfde ‘probleem’, waarvan een aantal directe collega’s van hem zijn. “Als je nu volgende week eens op 75% van je energie inzet, dat zou voor iedereen al heel veel betekenen. Maar ik denk dat je jezelf ook beter kan concentreren, als je je enthousiasme wat onder controle houdt. Dat gaat ten goede komen van je werk”. Deze laat hij even binnen komen…
Bij het afscheid bedank ik hem voor het mooie gesprek. “Wil je nooit meer tegen me zeggen, dat ik je niet zou mogen? Dan sla je de plank zo mis vriend, dat doet zeer”. Hij belooft het me. Mooi hoe zijn ogen de mijne opzoeken. Gaaf hoe als vanzelf die knuffel volgt, omdat we de verbinding met elkaar zijn aangegaan.
Dankbaar kijk ik terug op deze dag. Ondanks dat ik het zwaar heb gehad, blijkt dat toch ergens goed voor te zijn geweest. Ik rond mijn werk af, ga lekker van mijn vrije dagen genieten.
De week erna…
Het volgende weekend is hij er weer. Wanneer hij begint met zijn dienst steekt hij even zijn hoofd het kantoor binnen. “Hoi! Ik mag weer”, laat hij me weten. Ik draai me even om en geef hem een boks.
Gedurende de dag ga ik een soms even bij hem langs om te kijken hoe het met hem gaat. Hij lijkt rustiger te zijn. Maar dat heeft hij zelf ook in de gaten, dat blijkt uit zijn opmerking als we weer zitten te eten: “Fijn hè, effe een stuk minder prikkels?” Ik glimlach naar hem en mijn ogen houden de zijne even vast. Hij voelt wat ik hem wil zeggen, dat zie ik. De overige collega’s kijken ons aan, we hebben allebei niet de behoefte om het toe te lichten.
Mocht je naar aanleiding van bovenstaande blog met me in contact willen komen, klik dan even op deze link voor de website. Plan vandaag nog een gratis en vrijblijvend bewustwordingsgesprek, waarin jij al je vragen kwijt kan. Ik ben er om jou te helpen. https://bit.ly/39xHiOe
Comments